Peutinger kaart 0000.0011

 

Literatuur

 

- Stuart, P. (commentaar), De Tabula Peutingeriana. In twee delen: Commentaar en De kaart. Deel in de serie 'Museumstukken', nr 2. Nijmegen (Vereniging van Vrienden van Museum Het Valkhof, Nijmegen), 19993e druk. [20 plus 32 blz. ISBN 90.71923.17.7 voor beide delen samen]. (Het betreft volledige uitgave, in zwart-wit, van het exemplaar van het Museum Het Valkhof, zijnde een exemplaar van de Antwerpse druk uit 1598. Deze is gebaseerd op een 12e- of begin 13e-eeuwse natekening van een laat-Romeins origineel. De uitgave van de kaart volgt quavermelding van de indeling de oorspronkelijke, met aanduiding van segmenten (in Romeinse cijfers) en stroken (in Arabische cijfers), gevolgd door b (= boven), m (= midden) of o (= onder). Voorbeeld: de vindplaats van Noviomagi is "I.4.b")

- Cornell, Tim & John Matthews, Atlas van het Romeinse rijk. Amsterdam (Agon), 1995. [240 blz. ISBN 90.5157.031.7]. Hierin: blz. 116-117 (goed leesbare afbeelding over volle hoogte van het gedeelte van Brindisi tot Sofia)

- Riedi, Thomas, Via Mala. Texte und Bilder zur Natur und Gewchichte der grössten Schlucht im Kanton Graubünden. Chur (Verlag Buch- und Offsetdruck Bischofberger), 1992. [151 blz. ISNB 3.905174.07.3]. Hierin a.o. blz. 24-29, 30-45 ("De Viamala in der Antike". Op blz. 34 wordt op de Peutingerkaart een route verklaard: van Como naar Chiavenna ('Clavenna', XVIII mijl = ca 27 km), Campodolcino ('Taruessedo', XX mijl = ca 30 km), Splügenpass ('Cunuaureu', X mijl = ca 15 km), Zillis of Andeer ('Lapidaria', XVII mijl = ca 25 km), Chur ('Curia', XXXII mijl = ca 47 km). Van een tweede route vanaf Chur, dat 2x vermeld staat, wordt algemeen aangenomen dat het de route over de Septimerpas betreft, maar de auteur ziet er de Lukmanierpas in)